home De Kleine Tovenaar

Freinetprincipes

De visie van Célestin Freinet, toegepast op onze tovenaars.

Pedagogische Pijlers

In De Kleine Tovenaar willen we met onze onderwijsvorm een school en een klimaat creëren waarbij het kind in zijn totaliteit centraal staat. We zien het ruimer dan het cognitieve: ook het lichaam, het verstand en het hart krijgen een plaats in ons onderwijs.

Hoe we deze uitgangspunten in de klaspraktijk omzetten, is natuurlijk afhankelijk van de leeftijdsgroep.

Toch zijn de uitgangspunten van onze werking, van de peuterklas tot het oudste lager verweven in onze dagelijkse klas- en schoolpraktijk. In dezelfde geest willen we ook omgaan met begeleiders, personeel, ouders, buurtbewoners en sympathisanten.

Voor het opmaken van onze pedagogische visie baseren we ons op de
4 pijlers van het ervaringsgericht onderwijs:

vrij initiatief

Vrij inititatief

verrijkend milieu

Verrijkend milieu

ervaringsgericht leren

Ervaringsgerichte dialoog

elk kind is uniek

Elk kind is uniek

Een brede coöperatieve schoolorganisatie

De Kleine Tovenaar is een coöperatieve school zoals dit volgens de ideeën van Freinet hoort. Ze wil een oefenplaats zijn in democratie. Beslissingen worden immers genomen in overleg met alle mensen die aan de school verbonden zijn. Er is dan ook geen directie die alles alleen beslist in de letterlijke betekenis van het woord maar een coördinator.

Alle ouders en personeelsleden zijn lid van de algemene vergadering en denken en beslissen mee. En dit volgens duidelijke afspraken, te vinden in het participatie- en beslissingskader van De Kleine Tovenaar.

Kinderen beslissen mee over afspraken en de dagelijkse organisatie via de klasraad en het kinderparlement onder allerlei vormen.

De verantwoordelijkheden zijn verdeeld en we doen beroep op ieders inzet in werkgroepen en bestuursorganen.

uitgangspunten van onze werking

Elk kind is verschillend

differentiatie

We werken gedifferentieerd en bouwen een klas- en schoolomgeving uit waarbij we stimuleren om zowel individuele talenten, alsook groeipunten te accentueren. We geloven dat de verschillen net onze werking rijker maken. Binnen een open, sociale sfeer willen we iedereen lid maken van de klassen, de schoolgroep, maar ook de eigen identiteit bewaren. Ook op de verschillende leerstijlen van kinderen willen we inspelen, zodat kinderen op een maximale wijze tot ontplooiing komen.

Betrokkenheid

leefwereld

We vertrekken bij het leren in onze school vanuit de leefwereld van de kinderen. Zo beogen we een maximale betrokkenheid van elk kind in de klas. De kinderen krijgen de mogelijkheid om hun eigen leefwereld binnen te brengen in de klas. De begeleiders zorgen voor een klimaat waarbij deze signalen worden opgepikt en verwerkt. Vooral een goede, persoonlijke relatie met elk kind vormt de basis van het welbevinden. We geloven in de innerlijke kracht van elk kind en via observatie en gesprekken spelen we in op wat leeft in de klasgroep. We zorgen voor een rijk milieu, waarbij vrij initiatief en groepsgebonden activiteiten elkaar afwisselen. Bij ons geen leerkrachten, maar begeleiders die dicht bij de kinderen staan en oog en oor hebben voor hun verhalen en bekommernissen.

Zinvol leren

zinvol leren

Wat je leert, moet zinvol zijn en een doel hebben. Schrijven doe je om te communiceren, om je gevoel uit te drukken. Rekenen doe je om problemen op te lossen. De wereld ontdekken en nieuwe dingen leren doe je niet in “lesjes”, maar doe je door dagelijks te onderzoeken, bevragen, je zintuigen te gebruiken, te delen met elkaar, te analyseren en samen te vatten, te spreken met elkaar, maar ook door te luisteren… We creëren in onze school een klimaat waarbij leren gebeurt in een “ruimer kader”, binnen een zinvolle context! Hiervoor is een goede organisatie en klasbegeleiding noodzakelijk. We bewaken dat er een goed evenwicht wordt gevonden tussen instructie, inoefening en eigen zelfontplooiing of zelfactiviteit.

Veiligheid en geborgenheid

veiligheid en geborgenheid

We beogen dat elk kind graag naar “De Kleine Tovenaar’ komt. Veiligheid en geborgenheid zijn belangrijk om te kunnen leren en samenleven. We zorgen voor een veilig schoolklimaat met een duidelijke structuur. Regels en afspraken worden in overleg opgebouwd en vastgelegd. Een positief klas- en schoolklimaat met duidelijke begrenzingen zorgt ervoor dat iedereen zich goed voelt. Kinderen worden ontmoedigd en bijgestuurd indien ze zich niet aan deze afspraken houden. Wederzijds vertrouwen tussen begeleiders en kinderen, zorgt ervoor dat kinderen meer verantwoordelijkheid krijgen.

Samen sta je sterker

groepsgebeuren

Door onze klasindeling, klasstructuur en aangeboden technieken stellen we het groepsgebeuren voorop. Zowel in de klas- en schoolwerking zoeken we naar manieren om echt een leefgemeenschap uit te bouwen. De kinderen leren dat ze deel uitmaken van een groep en hier ook een zekere impact op hebben. Ze ontwikkelen communicatieve en sociale vaardigheden. In een “levensecht” interactieveld leren ze kiezen, waarden en normen, rekening houden met anderen, verschillen tussen mensen ... Door op schoolniveau ook geleerde zaken met elkaar te delen en klasdoorbrekende activiteiten op te zetten, zet je het groepsgebeuren steeds weer in de kijker.

Een buurtschool

buurtschool

We geloven in een schoolproject waarbij we ons niet enkel richten op onszelf. We willen de blik van onze kinderen verruimen en hen met alle zintuigen leren waarnemen. Hierbij vinden we op stap gaan en de wereld verkennen, zowel in de buurt als in de ruime omgeving van de school, een ontdekkingstocht met veel leermogelijkheden. Hierbij betrekken we mensen en organisaties uit de buurt van de school. We brengen ook de wereld binnen in onze klas. We geloven in een open school, waar mensen ons iets kunnen bijbrengen. Door concrete acties en een grote betrokkenheid hopen wij evenzeer dat De Kleine Tovenaar een meerwaarde kan zijn in de buurt van de school.

Een brede voedingsbodem

De empathische begeleidingsstijl

De voedingsbodem voor onze ervaringsgerichte freinetschool is de empathische begeleidingsstijl en de stijl van omgaan met ouders. Een begeleider (leerkracht) in onze school probeert zo goed mogelijk de kinderen aan te voelen.

Hoe we deze uitgangspunten in de klaspraktijk omzetten, is natuurlijk afhankelijk van de leeftijdsgroep.

Zowel vanuit het ervaringsgericht onderwijs als vanuit de freinetvisie weet men dat een vlot en vertrouwelijk contact in een respectvolle en zorgzame omgeving het welbevinden en de betrokkenheid van iedereen vergroot. Dit heeft op zich dan weer een positieve invloed op de diverse leerprocessen.

Cultuurbeschouwing

De Kleine Tovenaar is een pluralistische school en gaat dan ook niet voor één enkele uitgekozen levensbeschouwing als model. We kiezen voor een ruime cultuurbeschouwing verweven in de dagelijkse werking van de verschillende klassen, van de teamwerking en van de ganse schoolorganisatie.

Op die manier wordt gewerkt aan attitudevorming. Belangrijke grondhoudingen die we willen meegeven zijn onder andere doorzetten en streven naar zelfstandigheid, kritisch zijn, het streven naar objectiviteit, kunnen relativeren en het streven naar schoonheid …

We kiezen voor een school die positieve waarden meegeeft en werkt aan de morele ontwikkeling van de kinderen en volwassenen. Daarbij vinden we onder andere volgende zaken belangrijk; solidair zijn met wie het moeilijk heeft en delen met mensen dichtbij en ver weg, verschillenden culturen in dialoog laten gaan, democratisch burgerschap voorstaan, streven naar duurzaamheid in relaties en naar duurzaamheid voor het milieu …

Freinetvisie en -technieken

Elk kind moet kunnen experimenteren

... en zich op die manier de wereld eigen maken. Een kind is van nature leergierig, moet hierin gestimuleerd worden en kan dit best zelf door het opdoen van eigen ervaringen. Beter zelf iets aanpakken met vallen en opstaan dan het voorgekauwd aangeboden krijgen. Daarbij moeten er kansen worden gecreëerd om zelf dingen uit te proberen. Mislukken en opnieuw proberen zijn geen schande en leiden uiteindelijk tot beklijvende leerprocessen. Dit experimenteren kan individueel gebeuren maar minstens evengoed in groep. Op die manier worden ervaringen immers gedeeld en verrijkt.

De vrije werktijd, de kiestijd maar ook werkstukjes en projecttaken maken dit experimenteel rondtasten mogelijk. Er wordt tijd, materiaal en ruimte vrijgemaakt om eigen initiatief uit te werken en het proces en het resultaat te presenteren. Heel dikwijls is de ronde in al zijn vormen het uitgangspunt van waaruit ideeën vertrekken.

Maatschappelijke context.

We gebruiken in ons onderwijs de maatschappelijke context en we engageren ons daarbij voor de zwaksten in de groep of in de maatschappij. Ons onderwijs mag niet wereldvreemd zijn. Er gebeurt van alles in de leefwereld van het kind dat aanknopingspunt kan zijn om verder op verkenning te gaan. Onderwerpen van het onderwijs moeten niet aangebracht worden uit schoolboeken of websites maar komen uit het dagelijkse leven. De herkenning en daardoor ook de betrokkenheid zijn des te groter.

We halen uit die dagelijkse leefwereld ook de elementen van uitsluiting in al zijn vormen aan en overdenken hier onze eigen rol in, om zo ons gedrag aan te pakken en mee oplossingen aan te dragen. Via buurtonderzoek, de actuaronde en de vertelronde komen maatschappelijke onderwerpen aan bod. In de dagelijkse realiteit wordt respectvol zorg gedragen voor wie het moeilijk heeft via onder andere coöperatieve werkvormen, peer-tutoring en klasdoorbrekend werken.

Een mens wil slagen

We weten dat elke succeservaring het kind doet groeien. Daarom zoeken we bewust naar de talenten van kinderen en proberen we op de ontplooiing van die talenten in te zetten. We zijn er van overtuigd dat een kind met veel zelfvertrouwen ook meer aan kan en zijn leergierigheid ten volle benut.

Competitie tussen kinderen onderling is daarbij nefast. Het gaat er niet om zich een winnaar of een loser te voelen. Het gaat er om te werken aan de eigen ontwikkeling met volle goesting. Toch moet er oog zijn voor werkpunten die het kind dient aan te pakken.

Daarom zijn er in de Kleine Tovenaar geen puntenrapporten maar wel uitgeschreven evaluaties en zelfevaluaties.

Examens zijn vervangen door regelmatige en meestal onopvallende toetsmomenten.

Het kind is evenwaardig aan de volwassene.

Kinderen willen ernstig genomen worden. Ze willen zich leren verantwoorden voor hun daden en voor hun keuzes. Betutteling remt de groei en de drang naar zelfstandigheid die ieder kind heeft.

We benaderen kinderen dus niet op een autoritaire wijze maar als gelijkwaardig. We gaan met hen in dialoog en in overleg; zowel over gedrag, werkhouding als schoolse vorderingen. Het kind kan mee onderwerpen, doelen en afspraken bepalen afhankelijk van zijn ontwikkelingsniveau.

In klasraad en kinderparlement komt dit tot uiting maar ook bij conflicten en problemen die moeten opgelost worden. Kinderen bepalen mee hun leerstof en hun lesrooster.

Leren kan best op een natuurlijke manier

Dat houdt onder andere in dat leerstof zo veel als mogelijk wordt aangebracht vanuit de interesses van het kind. Net zoals kinderen met wat hulp leren lopen, leren ze ook veel andere zaken op een spontane manier mits wat hulp. Leerprocessen worden van onderuit opgebouwd; samen met de kinderen. Het werk moet als zinvol worden ervaren.

Kinderen zijn uit zichzelf gemotiveerd om bij te leren; wij zoeken naar manieren om die leergierigheid gaande te houden en te gebruiken als motor van de eigen ontwikkeling. We zijn er van overtuigd dat kinderen vanuit een eigen motivatie aan de slag moeten gaan en niet omdat het leerboek of de leerkracht er hen toe dwingt.

In stille werktijd, vrije werktijd, kiestijd en atelier (werkwinkels) krijgen kinderen de kans om vanuit hun eigen motivatie taken aan te pakken en te organiseren; alleen of in kleine groepjes.

Coöperatief samenwerken

Om in groep te leven en te werken moet er heel wat overleg zijn met elkaar en worden afspraken gemaakt die we samen bewaken en verbeteren indien nodig.

Autoritair opgelegde werkvormen en afspraken werken onvoldoende omdat ze niet gedragen worden door diegene die ze moet uitvoeren. Betrokkenheid leidt tot engagement om het geheel vlot te laten draaien.

Via kinderparlement, klasraad en de ronde in de klas komen organisatievormen en afspraken tot stand.

Totaliteit van de ontwikkeling

Op die manier hopen we dat onze kinderen opgroeien tot volwassenen die stevig in de maatschappij staan.

Daarmee bedoelen we onder andere dat ze vrije denkers zijn die eigen keuzes kunnen maken.

Dat ze streven naar hun eigen welbevinden en dat van anderen en dat ze weten hoe ze dit kunnen stimuleren.

Dat ze mondige burgers zijn die opkomen voor zichzelf en anderen zonder daarom egoïstisch op brutaal te zijn.

Dat ze creatief kunnen denken en handelen en dat ze daarbij buiten de lijntjes durven gaan.

Dat ze zich verbonden voelen met de mensen dichtbij en ver weg, maar ook met de natuur.

Dat ze de schoonheid leren zien en aanvoelen in heel wat kleine dingen.

Dat ze blijvend aan hun zelfontplooiing of emancipatie werken en dat ze diegene helpen die daarbij vast zijn geraakt.